Het klassieke psychodrama

De opbouw van een psychodrama

Elk psychodrama moet zorgvuldig en met aandacht worden opgebouwd.
Na de warming- up volgt de keuze voor de protagonist. Hiermee wordt een ‘contract’ gemaakt. Daarna wordt de scène opgezet, gevolgd door een actie fase en een catharsis. Het psychodrama wordt afgerond en gevolgd door een groeps-sharing. In trainingsgroepen is er daarna nog een ‘processing’ waarin het psychodrama wordt besproken en geanalyseerd. Dit kan op verschillende onderdelen: op therapeutische gronden, op groepsniveau, op vormgeving en regie, en op de lijn die gevolgd werd door de director: de analyse van het proces. De beschreven fasen zijn een richting, geen rigide patroon. Veel psychodramaturgen die ik ken zijn het eens over deze items en deze structuur en noemen dit het “klassieke psychodrama” of het “klassieke Moreniaanse Psychodrama”.

warming up
protagonist kiezen
in actie omzetten
catharsis
sharing

Warming Up

I n psychodrama maken we gebruik van de aanwezige individuele spontaniteit en de verbondenheid van mensen in een groep. Om deze twee ‘levenskrachten’ te activeren (het individu losser te maken en de sympathie tussen groepsleden te vergroten) gebruiken we de warm up.

Als groepsleden zich met elkaar verbonden voelen en zich makkelijk en spontaan uiten dan is de cohesie hoog; als de groepsleden op zichzelf zijn en hun gevoelens voor zich houden dan is de groepscohesie laag. De warm up is dus een voorbereidende fase waarin spel, discussie, beweging (enz) het mogelijk maakt om emotionele, fysieke en intellectuele energie te voorschijn te roepen. Deze energie is nodig om te komen tot het volledig volgen en het doorleven van onze expressie. Onvoldoende opgewarmde groepen worden vaak beheerst door angst en weerstand om het ingezette proces door te gaan. Een warm-up kan zo uitgebreid of simpel zijn als noodzakelijk is.
Ann E.Hale, een psychodramaturg uit de VS voegde hier in 1999 aan toe:

Het is zowel een fase van “tijd besteden aan” als een gestructureerde activiteit die het mogelijk maakt om te komen tot een staat van zelfbewust- zijn en verbinding …. kan de warm-up fase van de groep voorzien in de wens om het bestaan van verschillende niveaus van intensiteit en emotionele staat van zijn te bereiken en aan te tonen. Zelfs de afwezigheid hiervan in de groep kunnen hierdoor door de groepsleden worden ingebracht.
De warm-up staat toe dat datgene wat intern beleefd wordt, meer zichtbaar en aanwezig wordt in de groep.

De naam protagonist komt van de oude Grieken. In hun cultuur noemde men de hoofdpersoon in een toneelstuk Protagonist. Het is het belangrijkste karakter verbonden aan het hoofdthema van een verhaal.

Iemand die strijdt voor een prijs, een acteur. De leidende karakters in een toneelstuk, verhaal, strijd, etc.
In psychodrama is de protagonist degene die heeft gekozen om te werken aan een bepaald onderdeel of thema in zijn/haar leven. Hun doel of wens is deel van de onderhandeling met de director.

Keuze Protagonist

Het Contract

Het maken van een contract
Het vaststellen van waar, waarom en aan wat een persoon wil werken aan een bepaald onderwerp wordt helder in een oriënterende fase.
Uit de groep wordt een protagonist gekozen. Vaak is het onderwerp al snel bekend. Vaak zegt de protagonist al snel wat de beginvraag is. Vaak duurt het toch nog even voordat deze vraag helder en duidelijk “staat” .
Bijvoorbeeld “ik wil leren voor mezelf op te komen op het werk”.
Deze beginvraag is het begin en het eindpunt van een psychodrama.
Het is de overeenkomst tussen protagonist, groep en therapeut.

Enactment: in actie omzetten
In een psychodrama worden deelnemers aangemoedigd om hun innerlijke wereld en hun ervaringen met anderen door dramatisering, rollenspel en zelfexpressie te laten zien.
Door iets in een in scène neer te zetten of te laten zien wordt dit duidelijker dan met woorden alleen.
Veel psychodramaturgen geloven dat de speciale mogelijkheden die psychodrama biedt zit in het feit dat zowel verbale als non-verbale communicatie wordt gebruikt (Polansky & Harkins, 1969).
Acteren vanuit het eigen leven brengt ook het proces op gang van wat Moreno noemt “de surplus reality”. Hierbij kan de protagonist ervaren in een alsof (as-if) ervaring hoe zijn/haar gewenste werkelijkheid is.

Het moet duidelijk gezegd worden dat het waardevolle “acting out” in een psychodrama beperkt is tot de therapeutische setting. Moreno was daar helder over: irrationele, ongecontroleerde “acting out” in het leven zelf is schadelijk voor de cliënt en de omgeving en is totaal iets anders dan de gecontroleerde, helende enscenering in een psychodrama waarbij de director een regisserende rol speelt.

In Actie Omzetten

Opbouw Scene

Het opzetten van de scene
De psychodramaturg moet een goed gevoel hebben voor vormgeving.

De werkvloer of het toneel heeft voldoende afstand van het publiek (het koor) om goed zicht te hebben op wat er plaatsvindt. De scene wordt gebouwd naar aanleiding van hetgeen de protagonist aangeeft, verankerd in tijd en plaats, waarbij scenes logisch aaneensluiten.
De scene kan met symbolen worden opgezet of meer realistisch.

Bijkomende zaken zoals bijvoorbeeld belichting, kleuren, geluid, sfeermakers kunnen bijdragen aan het contact wat de protagonist maakt met haar/zijn “materiaal”. Vaak is het niet nodig maar het draagt er zeker aan bij om de toeschouwers (het koor) meer bij het drama te betrekken.

Catharsis of inzicht door de actie
Inzicht in psychodrama gaat, in tegenstelling tot sommige klassieke psychoanalytische methoden, niet door verbale duidingen maar door uitspelen. Actie-inzicht is het resultaat van verschillende vormen van leren: via het lichaam, cognitie of catharsis in het spel.
Psychodramaturgen faciliteren nieuwe inzichten door middel van dubbelen, rolwisseling of andere psychodramatechnieken om integratie van het emotionele, het cognitieve, de verbeelding, het gedrag en interpersoonlijke leerervaringen te bevorderen.
Actie-inzicht kan voorkomen als een plotselinge ontdekking: “Oh, ineens begrijp ik het”. Het inzicht is niet alleen cognitief, maar een verschuiving door ervaring en een verandering in bewustzijn en begrip.

Catharsis

Afronding

Het afronden van een scène: het is belangrijk dat elke protagonist op eigen wijze een conclusie trekt uit de therapeutische reis die is ondernomen.
Voorbeelden hiervan kunnen zijn: symbolisch vervullen van behoeften, vergeven van schuld, concrete doelen voor de toekomst, of nieuwe ervaringen die de kiemen zijn voor nieuw vertrouwen of hoop.

Hoewel er verscheidene bestaande afsluitingsoefeningen zijn waaruit gekozen kan worden, ligt het meest voor de hand dat de director een scène kiest die aansluit bij het gespeelde psychodrama en het focale thema van de groep.

De sharing vindt plaats aan het eind van de actie-fase. De groep vormt (weer) een cirkel met daarin opgenomen de protagonist. Groepsleden delen een voor een wat hen heeft geraakt of wat ze ervaren hebben aan het psychodrama. Vaak zijn dat eigen ervaringen die herkend worden.
Door het delen van de ervaringen zie je dat de protagonist ook voor de groepsleden werk heeft gedaan.
Interpretaties en advies aan de protagonist moeten worden vermeden omdat deze in de herstelfase nogal gevoelig is en het vaak niet goed mogelijk is om nieuwe informatie op te nemen. De protagonist heeft altijd eigen, zeer persoonlijke ontdekkingen en conclusies. Het is belangrijk deze te respecteren en niet te ontkennen of te overladen met adviezen en interpretaties. De bedoeling van de sharing is de verbinding met elkaar te maken door de eigen persoonlijke, gevoelsmatige ervaringen met elkaar te delen en zo ieders betrokkenheid te voelen.
De sharing is ook een mogelijkheid om medespelers te ontrollen en hen als groepslid hun plaats weer te laten innemen. Het sluiten van de gespeelde, aangenomen identiteit in het spel en het weer terugkeren naar de eigen persoonlijkheid en het weer binnenhalen van de projecties van de protagonist is niet alleen belangrijk maar noodzakelijk.

Sharing

Processing

Het bespreken van het proces (bij trainingen)
Bij opleidingsgroepen worden sessies vaak gevolgd door de procesanalyse. Hierin worden de prestaties van de student geëvalueerd.
Het eerste doel hiervan is de professionele mogelijkheden van de student te vergroten. Het betreft meestal feedback door de trainer over wat hij heeft gezien. Bij gevorderde cliënten is het mogelijk om hen aanvullingen hierop te laten geven. Processing staat in een schril contrast met de sharing. Is de sharing accepterend, gericht op gevoel en inzicht, de analyse van het proces is zakelijker en afstandelijker.
Felix Kellerman heeft een processing checklist gemaakt die een goede hulp biedt bij het beoordelen van het leerproces van de aankomend psychodramaturg.

© Copyright - Instituut voor Psychodrama