Sociometrie

sociometrie
Sociometrie is een methode van vergelijkend sociaal onderzoek.
Het gebruikt verbale en visuele methoden om overeenkomsten, verbindingen en verschillen tussen individuen in groepen in kaart te brengen.
De vroege methoden van Sociometrie die in 1935 door Moreno werden gepubliceerd zijn de meest breed erkende aspecten van Moreno’s hele werk.
lndien er in een groep gedeelde kennis en helderheid over ieders belangrijkste ander (in bepaalde aspecten) is, en het netwerk van vrienden, collega’s en relaties (het sociaal atoom) bekend is, dan geeft dat groepsleden de mogelijkheid om verbindingen te maken en zich veilig te voelen en zich spontaner te gedragen.
Sociometrie is een bewezen manier om bijvoorbeeld mensen van verschillende culturen beter met elkaar te laten samenleven.
zie ook aparte deel over sociometrie

Sociodrama

sociodrama
Een sociodrama is een psychodrama waarin universele rollen zoals vader, moeder, leerling, man of symbolen gespeeld worden door een groep mensen

Sharing

De sharing vindt plaats aan het eind van de actie-fase. De groep vormt (weer) een cirkel met daarin opgenomen de protagonist. Groepsleden delen één voor één wat hen heeft geraakt of wat ze ervaren hebben aan het psychodrama. Vaak zijn dat eigen ervaringen die herkend worden.
Door het delen van de ervaringen zie je dat de protagonist ook voor de groepsleden werk heeft gedaan.
Interpretaties en advies aan de protagonist moeten worden vermeden omdat deze in de herstelfase nogal gevoelig is en het vaak niet goed mogelijk is om nieuwe informatie op te nemen. De protagonist heeft altijd eigen, zeer persoonlijke ontdekkingen en conclusies. Het is belangrijk deze te respecteren en niet te ontkennen of te overladen met adviezen en interpretaties. De bedoeling van de sharing is de verbinding met elkaar te maken door de eigen persoonlijke, gevoelsmatige ervaringen met elkaar te delen en zo weer ieders betrokkenheid te voelen.
De sharing is ook een mogelijkheid om medespelers te ontrollen en hen als groepslid hun plaats weer te laten innemen. Het sluiten van de gespeelde, aangenomen identiteit in het spel en het weer terugkeren naar de eigen persoonlijkheid en het weer binnenhalen van de projecties van de protagonist is niet alleen belangrijk maar noodzakelijk.

Enscenering

enscenering
Setting / opzetten van de scène / enscenering
De psychodramaturg moet een goed gevoel hebben voor vormgeving en het opzetten van een scène.

De werkvloer of het toneel heeft voldoende afstand van het publiek (het koor) om goed zicht te hebben op wat er plaatsvindt. De scène wordt gebouwd naar aanleiding van hetgeen de protagonist aangeeft, verankerd in tijd en plaats, waarbij scènes logisch aaneensluiten.
De scène kan met symbolen worden opgezet of meer realistisch.

Bijkomende zaken zoals bijvoorbeeld belichting, kleuren, geluid, sfeermakers kunnen bijdragen aan het contact wat de protagonist maakt met haar/zijn “materiaal”. Vaak is het niet nodig maar het draagt er zeker aan bij om de toeschouwers (het koor) meer bij het drama te betrekken.

Rolwisseling

rolwisseling (role reversal)
de rolwisseling, het aannemen en op zich nemen van de rol van een ander door:
eerst te imiteren: de gebaren, de fysieke houding en aanwezigheid, de spraak, woorden en toonhoogte, de manieren van de ander,
ten tweede de realiteit ervaren: gevoelens, gedachten en aannames van de ander
ten derde jezelf zien: door de ogen van de ander en te ervaren hoe de ander de relatie met jou ervaart.
Protagonisten die veel weerstand hebben de tegenspeler (bijvoorbeeld de geweldenaar) te spelen kunnen soms om te beginnen een derde rol wel spelen (bijvoorbeeld als getuige)

Roltraining

Regelmatig moeten inzicht en catharsis worden gevolgd door specifieke roltraining. (bijvoorbeeld assertiviteit, ontspanning, problemen oplossen)

Roltraining kan ook inhouden dat bepaalde rollen worden uitgebreid of nieuwe rollen worden toegevoegd aan iemands rolrepertoire (denk aan bijvoorbeeld managementrollen of aan uitdagende rollen zoals “de heldere geest” of “het creatieve genie”. Die laatste rollen zijn een goede tegenspraak voor bijvoorbeeld de negatieve rollen zoals “vage nitwit” of “de criticaster”, die iemand zich in een eerdere fase van zijn/haar persoonlijke ontwikkeling heeft verinnerlijkt.

Roltraining kan zeer goed ingezet worden bij mensen die niet genoeg zelfreflectie (kunnen) hebben door een geestelijke handicap of psychiatrische toestand. Zij kunnen een intra-psychisch psychodrama niet aan, maar wel oefenen met rollen en wensrollen.

In Nederland wordt roltraining wel “sociodrama” genoemd. Dit is een foute benaming omdat met sociodrama door Moreno iets anders bedoeld wordt.
Betere benaming is roltraining en/of interactietraining.

In enkele psychiatrische ziekenhuizen wordt dit wel toegepast.

Regisseur in vorm

Dit aspect van de rol van director is het (helpen) vormgeven van hetgeen de protagonist naar voren brengt. Dit vereist speciale kennis van theater en vormgevingstechnieken om er een esthetisch verantwoorde ervaring van te maken.
Dit betekent de protagonist bijstaan in het opzetten van de scène, de controle over plaats en actie van de spelers op het toneel, het inzetten en corrigeren van de dubbels, het bewaken van de precieze en juiste timing, de spanning in het spel werkbaar maken. Daarbij komen: de warming up tot iets, de ambiance en sfeer op het toneel: alles wat bijdraagt tot de juiste interpretatie, vormgeving en symbolische vertaling van de stroom van de protagonist. Een goede enscenering draagt bij aan betrokkenheid van de hele groep en kan zorgen voor een publiekscatharsis (zoals al beschreven en gedefinieerd door Aristoteles).
Volgens Moreno moeten psychodramaturgen altijd alert zijn om elke aanwijzing of leidraad die de protagonist laat zien (die een sleutel kan zijn tot een oplossing!) om te zetten in een dramatische actie.
Verder wordt van een psychodramaturg verwacht dat hij/zij de spontaniteit in de sessie vergroot door eigen enthousiasme, fantasie en het openstaan voor alles wat zich aandient. Ieder sessie is een avontuur in het leven van de protagonist. Goede directors zijn in staat het psychodramatische toneel een plek te maken waar alles kan plaatsvinden. Inclusief het onmogelijke.

Protagonist

De naam “protagonist” komt van de oude Grieken.
In hun cultuur noemde men de hoofdpersoon in een toneelstuk Protagonist. Het is het belangrijkste karakter verbonden aan het hoofdthema van een verhaal.

Uit het woordenboek:
“Iemand die strijdt voor een prijs, een acteur.
De leidende karakters in een toneelstuk, verhaal, strijd, etc. “

In psychodrama is de protagonist degene die heeft gekozen om te werken aan een bepaald onderdeel of thema in zijn/haar leven. Hun doel of wens is deel van de onderhandeling met de director.

Processing

processing / analyse van de actie
Processing is de engelse term voor het evalueren en analyseren van de weg die gevolgd is in een psychodrama. Het bespreken van dit proces is noodzakelijk voor mensen die zelf willen leren om psychodrama’s te leiden. Het hoofddoel is het verbeteren van de professionaliteit door feedback vanuit de observaties van de trainer en de medestudenten.
In een processing nemen we afstand van het onderwerp en kijken we naar de methode. Wat heeft de leider heeft gedaan en waarom? Wat bracht beweging en opening en wat stopte het proces?
Er zijn vier verschillende invalshoeken waarop je naar een psychodrama kan kijken:
naar de vormgeving ( hoe werd de vraag van de protagonist vorm gegeven?);
naar de persoonlijke begeleiding (wat had therapeutische waarde voor de protagonist en hoe begeleidde de leider dat);
naar het groepsproces (hoe was iedereen betrokken wat deed de leider om de betrokkenheid te vergroten en het psychodrama te laten dragen door de groep?);
naar de persoonlijke scherpte, wijsheid en ervaring van de director: het vermogen om verantwoording af te leggen voor (en uitleg te geven aan) alle acties die plaatsvonden;
De analyse kan moeilijk en complex zijn omdat het enorm veel aspecten en details betreft. Als richtlijnen gelden: adequate observaties, identificatie, een juiste timing, interventies en verificatie van deze interventies.
Ook geldt de juiste inzet en echtheid van empathie en het op de juiste wijze inschatten en begrijpen van persoonlijke of interpersoonlijke fenomenen.

Ontrollen

ontrollen
In de sharing is ook een mogelijkheid om medespelers te ontrollen en hen als groepslid hun plaats weer te laten innemen. Het sluiten van de gespeelde, aangenomen identiteit in het spel en het weer terugkeren naar de eigen persoonlijkheid en het weer binnenhalen van de projecties van de protagonist is niet alleen belangrijk, maar noodzakelijk.

Soms blijven rollen nog lang aan een medespeler “kleven”. Het ontrollen kan gebeuren door de eigen naam weer een aantal keren te horen van de protagonist. Ontrollen wordt vaak licht over gedaan of zelfs vergeten terwijl de smet of last van een rol nog lang kan na-ebben.